Legal informations

  1. De Stichting draagt de naam: Stichting la petite princesse.

Concept
d.d. 18 januari 2023

Notariskantoor
Grijmans | Dierckxsens
Bezuidenhoutseweg 237-239
2594 AM ‘s-Gravenhage

  1. Zij heeft haar zetel in de gemeente ‘s-Gravenhage.
    Artikel 3. Doel.
  2. De Stichting heeft ten doel de promotie van muzikale kunstcreaties voor kinderen en
    volwassenen, de ondersteuning van muzikanten en artiesten, alsmede het organiseren en
    realiseren van lokale culturele evenementen, en voorts al hetgeen in de ruimste zin met
    één en ander verband houdt, daartoe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn.
  3. De Stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door:
  • het bouwen van bruggen tussen amateurmuzikanten en -artiesten enerzijds en lokale
    bedrijven anderzijds ten behoeve van (lokale) culturele activiteiten in de stad;
  • het stimuleren en promoten van cultuur naar burgers met een lagere
    sociaaleconomische status en mengen van alle sociale categorieën.
  1. De Stichting heeft niet ten doel het maken van winst.
    Artikel 4. Vermogen.
  2. Het vermogen van de Stichting zal worden gevormd door:
    a. subsidies en andere bijdragen;
    b. schenkingen, erfstellingen en legaten;
    c. alle andere verkrijgingen en baten.
  3. De Stichting kan erfstellingen slechts aanvaarden onder het voorrecht van
    boedelbeschrijving.
    Artikel 5. Bestuur.
  4. Het Bestuur bestaat uit een door het Bestuur te bepalen aantal van ten minste drie (3)
    leden.
    De bestuurders worden benoemd door het Bestuur en voor de eerste maal bij deze akte.
  5. Het Bestuur (met uitzondering van het eerste Bestuur, waarvan de leden in functie
    worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een
    penningmeester.
    De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden
    vervuld.
  6. De bestuurders treden af volgens een door het Bestuur opgemaakt rooster van aftreden
    met inachtneming van een zittingsduur van ten minste vier jaar, met uitzondering van de
    leden van het eerste Bestuur, die zitting hebben voor de duur van vier jaar en daarna
    aftreden volgens een door het Bestuur opgemaakt rooster van aftreden, waarbij voor hen
    alsdan een zittingsduur kan gelden korter dan vier jaar; in tussentijds ontstane vacatures
    benoemde bestuurders nemen op het rooster van aftreden de plaats in van hun
    voorgangers.
    Aftredende bestuurders zijn onbeperkt herbenoembaar.
    Een aftredende bestuurder blijft in functie totdat in de vacature is voorzien.
  7. Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in het Bestuur zullen de overblijvende
    bestuurders met algemene stemmen (of zal de enig overblijvende bestuurder) binnen drie
  8. maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van één
  9. (of meer) opvolger(s).
  1. Bij verschil van mening tussen de overblijvende bestuurders omtrent de benoeming,
    alsmede wanneer te eniger tijd alle bestuurders mochten komen te ontbreken voordat
    aanvulling van de ontstane vacature(s) plaats had en voorts indien de overgebleven
    bestuurders zouden nalaten binnen de in lid 4 van dit artikel genoemde termijn in de
    vacature(s) te voorzien, zal die voorziening geschieden door de rechtbank op verzoek van
    iedere belanghebbende of op vordering van het openbaar ministerie.
    Artikel 6. Vergaderingen van het Bestuur en besluiten van het Bestuur.
  2. De vergaderingen van het Bestuur worden gehouden op de van keer tot keer door het
    Bestuur te bepalen plaatsen.
  3. Ieder half jaar wordt ten minste één vergadering gehouden.
  4. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit
    wenselijk acht of indien één van de andere bestuurders daartoe Schriftelijk en onder
    nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt.
    Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft zodanig, dat de
    vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker
    gerechtigd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste
    formaliteiten.
  5. De oproeping tot de vergadering geschiedt – behoudens het in lid 3 bepaalde – door de
    voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de
    vergadering niet meegerekend, Schriftelijk.
  6. De oproeping vermeldt behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen
    onderwerpen.
    Vergaderingen van het Bestuur kunnen ook worden gehouden door middel van
    telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel,
    mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
  7. Indien de door de Statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van
    vergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen desalniettemin in een vergadering van
    het Bestuur geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende
    onderwerpen, mits in de betreffende vergadering van het Bestuur alle in functie zijnde
    bestuurders aanwezig zijn en mits de betreffende besluiten worden genomen met
    algemene stemmen.
  8. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur; bij diens afwezigheid
    wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
  9. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of
    door een van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht.
    De notulen worden vastgesteld in de eerstvolgende vergadering en ten blijke daarvan
    getekend door de voorzitter en secretaris van die vergadering.
    Ondertekening van de notulen kan ook elektronisch plaatsvinden mits de identiteit van de
    ondertekenaars met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld.

  1. Het Bestuur kan in een vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de
    meerderheid van zijn in functie zijnde stemgerechtigde leden in de vergadering aanwezig
    of vertegenwoordigd is.
    Een bestuurder kan zich in de vergadering door een mede-bestuurder laten
    vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter
    van de vergadering voldoende, volmacht.
    Een bestuurder kan daarbij slechts voor één mede-bestuurder als gevolmachtigde
    optreden.
    De bestuurder die een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met
    het belang van de Stichting en de met haar verbonden organisatie, meldt dit terstond aan
    de voorzitter van het Bestuur en verschaft daarover alle relevante informatie.
    De overige bestuurders besluiten buiten aanwezigheid van de betrokken bestuurder of er
    sprake is van een belang dat tegenstrijdig is met het belang van de Stichting en de met
    haar verbonden organisatie.
    Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien de
    betreffende bestuurder daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat
    tegenstrijdig is met het belang van de Stichting en de met haar verbonden organisatie.
    Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit
    desalniettemin genomen door het Bestuur onder schriftelijke vastlegging van de
    overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
  2. Het Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders hun stem
    Schriftelijk hebben uitgebracht.
    Het bepaalde in de vorige volzin geldt ook voor besluiten tot wijziging van de Statuten of
    ontbinding van de Stichting.
    Voor besluitvorming buiten vergadering gelden dezelfde meerderheden als voor
    besluitvorming in vergadering.
    Van een buiten vergadering genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen
    stemmen door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de
    voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
  3. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
    Voor zover de Statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten van
    het Bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
    Indien de stemmen staken komt geen besluit tot stand.
    Eén of meer bestuurders hebben het recht om binnen tien dagen na de dag van de
    vergadering, waarin de stemmen hebben gestaakt, aan het Nederlands Arbitrage Instituut
    te verzoeken een adviseur te benoemen, teneinde een beslissing over het betreffende
    voorstel te nemen.
    De beslissing van de adviseur geldt alsdan als een besluit van het Bestuur.
  4. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een
    schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit voor de
    stemming verlangt.
    Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

  1. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  2. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de Statuten voorzien, beslist de voorzitter.
    Artikel 7.
    Bestuursbevoegdheid en vergoedingen.
  3. Het Bestuur is belast met het besturen van de Stichting.
  4. Het Bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
    verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van
    overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar
    verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld
    van een ander verbindt.
  5. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de
    Stichting en de met haar verbonden organisatie.
  6. In geval van ontstentenis of belet van één of meer bestuurders is (zijn) de overblijvende
    bestuurder(s) met het gehele bestuur belast.
    Het Bestuur draagt er voor zorg dat een persoon wordt aangewezen die in geval van
    ontstentenis of belet van alle bestuurders of van de enige bestuurder de Stichting tijdelijk
    bestuurt.
    Onder belet wordt in deze statuten in ieder geval verstaan de omstandigheid dat de
    bestuurder gedurende een periode van meer dan zeven dagen onbereikbaar is door
    ziekte of andere oorzaken.
  7. Aan de bestuurders kan geen beloning worden toegekend.
    Kosten worden aan de bestuurders op vertoon van de bewijsstukken vergoed.
    Artikel 8. Vertegenwoordiging.
  8. De Stichting wordt vertegenwoordigd door het Bestuur, voor zover uit de wet niet anders
    voortvloeit.
    De Stichting kan voorts worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende
    bestuurders.
  9. Het Bestuur kan aan anderen volmacht geven om de Stichting in en buiten rechte te
    vertegenwoordigen binnen de in die volmacht omschreven grenzen.
    Artikel 9. Einde lidmaatschap van het Bestuur.
    Het lidmaatschap van het Bestuur eindigt:
  • door overlijden van een bestuurder;
  • bij verlies van het vrije beheer over het vermogen van een bestuurder;
  • bij schriftelijke ontslagneming (bedanken);
  • bij ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek;
  • door een besluit door de overige bestuurders met algemene stemmen genomen;
  • door periodiek aftreden.
    Artikel 10. Boekjaar, jaarstukken en uitkeringenregister.
  1. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  1. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Stichting en van alles
    betreffende de werkzaamheden van de Stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze
    werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende
    boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te
    allen tijde de rechten en verplichtingen van de Stichting kunnen worden gekend.
  2. Per het einde van ieder boekjaar maakt de penningmeester een balans en een staat van
    baten en lasten over het geëindigde boekjaar op, welke jaarstukken binnen zes maanden
    na afloop van het boekjaar en, indien de subsidiënten zulks wensen, vergezeld van een
    rapport van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent aan het
    Bestuur worden aangeboden.
  3. De jaarstukken worden door het Bestuur vastgesteld.
    Vaststelling van de jaarstukken door het Bestuur strekt de penningmeester tot decharge
    voor het door hem gevoerde beheer.
  4. Het Bestuur houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle personen
    worden opgenomen aan wie door de Stichting een uitkering is gedaan die niet meer
    bedraagt dan vijfentwintig procent (25%) van het voor uitkering vatbare bedrag in een
    bepaald boekjaar, alsmede het bedrag van de uitkering en de datum waarop deze
    uitkering is gedaan.
    Artikel 11. Commissies.
    Het Bestuur is bevoegd een of meer commissies in te stellen, waarvan de taken en
    bevoegdheden alsdan zullen worden vastgesteld bij huishoudelijk reglement.
    Artikel 12. Raad van Advies.
    Het Bestuur kan een Raad van Advies instellen, die alsdan in ieder geval tot taak zal hebben
    het Bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren.
    De verdere taken en bevoegdheden zullen alsdan bij huishoudelijk reglement worden
    vastgesteld.
    Artikel 13. Directeur.
  5. Het Bestuur kan een directeur benoemen en deze belasten met de dagelijkse gang van
    zaken van de Stichting.
  6. Indien een directeur is benoemd kan deze door het Bestuur met inachtneming van de
    daartoe strekkende wettelijke bepalingen worden ontslagen.
  7. De directeur heeft in de vergaderingen van het Bestuur een adviserende stem.
    Artikel 14. Reglementen.
  8. Het Bestuur is bevoegd een of meer reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen
    worden geregeld, welke niet in de Statuten zijn vervat.
  9. De reglementen mogen niet met de wet of de Statuten in strijd zijn.
  10. Het Bestuur is te allen tijde bevoegd de reglementen te wijzigen of op te heffen.
  11. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van de reglementen is het bepaalde in artikel 15

leden 1 en 2 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15. Statutenwijziging.

  1. Het Bestuur is bevoegd de Statuten te wijzigen.
    Onverminderd het bepaalde in artikel 6 lid 10 moet het besluit daartoe worden genomen
    met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een
    vergadering van het Bestuur, waarin alle stemgerechtigde bestuurders aanwezig of
    vertegenwoordigd zijn.
  2. Zijn in een vergadering, waarin een voorstel als bedoeld in lid 1 van dit artikel aan de orde
    is gesteld niet alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan zal een tweede
    vergadering van het Bestuur worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan zeven
    dagen, doch niet later dan één en twintig dagen na de eerste, waarin een zodanig besluit
    kan worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de
    uitgebrachte stemmen, en in welke vergadering ten minste de meerderheid van de in
    functie zijnde stemgerechtigde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
  3. Iedere bestuurder is bevoegd de notariële akte van statutenwijziging te verlijden.
    Artikel 16. Ontbinding en vereffening.
  4. Het Bestuur is bevoegd de Stichting te ontbinden.
    Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 15 leden 1 en 2 van
    overeenkomstige toepassing.
  5. De Stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar
    vermogen nodig is.
  6. De vereffening geschiedt door het Bestuur.
  7. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding van de Stichting inschrijving
    geschiedt in het register, bedoeld in artikel 2:289 Burgerlijk Wetboek.
  8. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten zoveel mogelijk van
    kracht.
  9. Een eventueel batig saldo van de ontbonden Stichting wordt besteed ten behoeve van
    een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling als de doelstelling
    van de Stichting of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend
    het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling als de doelstelling van de
    Stichting heeft.
  10. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers
    van de ontbonden Stichting gedurende zeven jaren berusten onder de jongste
    vereffenaar.
    Artikel 17. Slotbepaling.
    In alle gevallen waarin zowel de wet als de Statuten niet voorzien, beslist het Bestuur.
    Artikel 18. Overgangsbepaling.
    Het eerste boekjaar van de Stichting loopt tot en met eenendertig december tweeduizend drieëntwintig.
  11. Dit artikel vervalt na afloop van het tweede boekjaar van de Stichting.
  12. Slotverklaring.
  13. Ten slotte verklaarde de comparante, handelend als gemeld, ter uitvoering van het bepaalde
  14. in artikel 5 leden 1 en 2 dat het Bestuur voor de eerste maal uit drie (3) leden bestaat en dat
  15. voor de eerste maal tot bestuurders worden benoemd
  16. mevrouw M.J. Lanier, voornoemd sub 1, als voorzitter;
  17. de heer A.J.P.C. Gravel, voornoemd sub 2, als penningmeester;
  18. F.M. Oberli, voornoemd sub 3, als secretaris.
    Volmachten.
    Van de volmachten aan de comparante blijkt uit drie (3) onderhandse akten, die aan deze akte
    zullen worden gehecht (Bijlagen).
    De comparanten zijn mij, notaris, bekend en hun identiteit is door mij, notaris, aan de hand van
    de hiervoor gemelde en daartoe bestemde documenten vastgesteld.
    WAARVAN AKTE is verleden te ‘s-Gravenhage op de datum in het hoofd dezer vermeld.
    Na zakelijke opgave en toelichting van de inhoud van deze akte aan de comparanten hebben
    dezen eenparig verklaard tijdig voor het verlijden van de inhoud van deze akte te hebben
    kennis genomen, op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen en met de inhoud in te
    stemmen.
    Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing door de comparanten en mij, notaris,
    ondertekend.